Bij een arbeidsongeschiktheidskeuring staat veel op het spel. Het komt regelmatig voor dat mensen achteraf schrikken van de uitkomst, die een enorme inkomensdaling kan betekenen. Bij de keuring beoordeelt de verzekeringsarts wat u als gevolg van uw ziekte niet meer kunt doen en wat nog wel. Bij een keuring voor de WIA en de nieuwe Wajong bepaalt de arts bovendien of uw arbeidsongeschiktheid ‘duurzaam’ zal zijn. Op basis van de conclusies van de verzekeringsarts beoordeelt de arbeidsdeskundige welke functies u in theorie nog zou kunnen vervullen, wat u daarmee zou kunnen verdienen en hoeveel dit verschilt van uw vroegere salaris. (Bij de Wajong wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage gebaseerd op het verschil met het minimum (jeugd)loon.) Op basis hiervan wordt uw arbeidsongeschiktheidspercentage vastgesteld. En dat percentage bepaalt dan weer of u een uitkering krijgt en zo ja, hoe hoog die zal zijn. Van een herkeuring hangt af of uw uitkering hetzelfde blijft, wordt verhoogd, verlaagd of stopgezet.
De ervaring leert dat een grondige voorbereiding kan bijdragen aan een betere uitkomst. Wacht hiermee niet tot het laatst, maar begin op tijd, al weken van tevoren. Want het kost tijd om voor uzelf alles op een rijtje te zetten en bijvoorbeeld de nodige medische gegevens op te vragen. ‘De werkwijzer voor de zieke werknemer’ (te bestellen via www.mijnreintegratieplan.nl (gratis)) kan wellicht een handig hulpmiddel zijn. U kunt natuurlijk ook altijd contact opnemen de telefoon- of e-mailhulpdienst van de Whiplash Stichting Nederland. Wacht ook hiermee niet tot vlak voor de keuring! Stel u goed op de hoogte van het verzekeringsgeneeskundig protocol dat van toepassing is op uw ziekte. Want de verzekeringsartsen gebruiken deze verzekeringsgeneeskundige protocollen. Ze zijn te raadplegen via deze site: www.nvvg.nl of via onze website.
Ga niet alleen naar de gesprekken met de verzekeringsarts en de arbeidsdeskundige. Vraag iemand die u vertrouwt om mee te gaan. Dat kan ook iemand zijn van een vakbond of een andere organisatie, maar u kunt ook kiezen voor uw partner of begeleider tijdens uw re-integratie. Vraag deze persoon ook u te helpen bij de voorbereiding van deze gesprekken.
Zet uw eigen medische gegevens op een rij, zoals uitkomsten van laboratorium- en ander onderzoek, verwijsbrieven, afsprakenkaarten of uw medicijnpaspoort. Vraag deze gegevens zo nodig op bij uw arts(en) en bedenk welke informatie van uw huisarts of specialist van belang kan zijn voor uw herkeuring. Zorg dat u een duidelijk inzicht heeft in uw beperkingen en uw mogelijkheden om te functioneren. Bedenk welke aanpassingen nodig zijn, hoeveel uur u maximaal per dag en per week zou kunnen werken en hoeveel rust u nodig heeft.
Verzamel alle gegevens over de door u gevolgde behandelingen en vraag deze zo nodig op bij uw arts(en), fysiotherapeut, psycholoog, enzovoort. Zorg dat u op de hoogte bent van wat er in het verzekeringsgeneeskundig protocol staat over de behandeling van uw ziekte. Ga na of u alle behandelingen waaraan de verzekeringsarts waarde zou kunnen hechten heeft gevolgd, of dat er misschien nog een behandeling is waarmee u wilt beginnen. Heeft u bewust gekozen voor of tegen een bepaalde behandeling, zet dan de argumenten in uw specifieke geval (en die van bijvoorbeeld uw huisarts) goed op een rij. Bedenk dat veel verzekeringsartsen alternatieve behandelingen negatief waarderen.
Houd er rekening mee dat de verzekeringsarts de wet moet uitvoeren en er dus niet in de eerste plaats is om u te helpen. Maar doe ook niet onnodig wantrouwend. Stel u tot doel dat de verzekeringsarts uw klachten en beperkingen erkent. Informeer de verzekeringsarts zo goed mogelijk. Ga geen discussie aan over erkenning van uw ziekte. Doe u niet beter voor dan u bent, neem geen slachtofferrol aan, klaag niet maar leg uit.
Vraag de verzekeringsarts om tijdige toezending (vóór het gesprek met de arbeidsdeskundige) van de volledige medische rapportage en de door de arts ingevulde Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). Als in de rapportage en de FML onjuistheden staan of belangrijke gegevens ontbreken, vraag dan schriftelijk om correctie of aanvulling. Dit is uw wettelijk recht.
Ga na of u de functies die de arbeidsdeskundige selecteert ook daadwerkelijk aankunt met uw opleiding, ervaring en gezondheid. Denkt u de geselecteerde functies niet aan te kunnen, zeg dat dan duidelijk. Bent u (gedeeltelijk) arbeidsgeschikt verklaard, vraag dan om hulp bij het houden of vinden van werk. Daar heeft u recht op. Bij de nieuwe Wajong: ga na of het participatieplan wel geschikt is en overleg zo nodig over veranderingen.
Stel u goed op de hoogte van de verplichtingen die verbonden zijn aan WIA (WGA en IVA), Wajong en WAO, zoals de informatieplicht. Denk aan de sollicitatieplicht in het kader van de WGA en de inspanningsverplichtingen bij de nieuwe Wajong. Krijgt u geen arbeidsongeschiktheidsuitkering (meer) of wordt die verlaagd, vraag dan tijdig een WW- of andere uitkering waar u recht op heeft (bijvoorbeeld bijstand) aan. Houd u aan uw verplichtingen, zoals de sollicitatieplicht.
Bent u het niet eens met de uitslag, zoek dan rechtshulp en begin een bezwaarprocedure en ga daarna zo nodig in beroep. Hierover kunt u bij een patiëntenvereniging informatie krijgen of de raadplegen. Denk aan de uiterste termijn waarbinnen u bezwaar kunt aantekenen of in beroep kunt gaan. Dit is meestal binnen zes weken (bij de Ziektewet twee weken).
Bij de telefoon- of email hulpdienst van de WSN kunt u terecht voor informatie en advies.
Ook bij een vakbond of een rechtshulpverlener kunt u terecht voor informatie en advies die elders vaak niet te krijgen zijn. Uw ervaringen met de keuring kunnen helpen om lotgenoten beter te adviseren en om aan de betrokken instanties voorstellen te doen voor verbetering van de keuringen en van de protocollen.